De startup Ioniqa Technologies in Eindhoven bouwt een recycling-fabriek in Geleen voor het omzetten van PET-afval. De installatie gaat producten met PET-plastics zoals flessen, verpakkingen, sportschoenen en fleecekleding, verwerken tot pure PET-grondstoffen voor voedselverpakkingen.
Ioniqa, een spinoff van de TU Eindhoven en het Dutch Polymer Institute, zou €10 mln investeren in de bouw van de fabriek. Algemeen directeur Tonnis Hooghoudt wil daar nog niets over zeggen. ‘We zijn nog bezig met een financieringsronde’, zegt hij. Eén van de investeerders is Chemelot Ventures Fund, waarin DSM, de regionale investeringsgroep NV LIOF, Rabobank en de provincie Limburg participeren. Andere partijen zijn particulieren.
De investering steunt verder op een innovatiekrediet van het Rijk en een aantal andere subsidies, die nog niet helemaal rond zijn. Zoals een subsidie op de reductie van CO2. ‘Ten opzichte van plastic uit olie produceren wij tot 75% minder CO2’, zegt Hooghoudt.
De eerste paal van de hal op de Brightlands Chemelot Campus in Geleen, met een oppervlakte van 2000 m2 en 12 meter hoog, is al geslagen. De nieuwe fabriek is goed voor een volume van 10.000 ton, met een omzet van €20 mln. ‘Het heeft een rendabele businesscase’, aldus Hooghoudt. Maar groter dan deze fabriek wil hij niet gaan. Fabrieken van 100.000 ton en 200.000 ton laat hij aan grotere partijen over, zoals plastic fabrikanten, afvalverwerkers of producenten van consumentenmerken. ‘Die kunnen de techniek in licentie nemen. Dit is een blauwdrukfabriek.’
PET afbreken tot op het molecuul
Ioniqa hanteert een chemisch recycling proces. Daarbij wordt PET-plastic tot moleculen teruggebracht, in tegenstelling tot mechanisch recyclen waarbij plastic wordt vermalen en opnieuw tot korrels wordt omgevormd. Bij chemisch recyclen verdwijnen ook de kleuren uit het plastic. En het proces kan eindeloos worden herhaald. Mechanisch kan plastic een beperkt aantal keren worden gerecycled.
‘Chemische recycling levert een zuivere grondstof, geschikt voor iedere nieuwe PET-toepassing’, zegt Hooghoudt. ‘Dus in feite kan de oliekraan dicht. Uit dit PET-afval zijn PET-producten te maken die identiek zijn aan de uit olie gemaakte.’ De prestaties van Ioniqa zijn volgens Hooghoudt redelijk uniek. ‘Er zijn maar een paar partijen zover als wij.’
Al ruim twee jaar experimenteert Ioniqa bij Plant One in Rotterdam-Botlek, met vijftien werknemers. In Geleen zijn nog eens vijftien werknemers nodig. ‘We zijn op zoek’, aldus Hooghoudt.
Zowel de aanvoer van het plastic afval als de afzet van de nieuwe pure PET-grondstof is zekergesteld, aldus Hooghoudt. Klanten van Ioniqa zijn de Thaise PET-producent Indorama, met een vestiging in Rotterdam Europoort en Unilever, die uit PET-korrels weer nieuwe verpakkingen laat maken.